Datagebruik leidt tot CO2-uitstoot. Daarmee draagt data bij aan de opwarming van de aarde.
De tentoonstelling Data als onbekende vervuiler maakt de impact van data zichtbaar en geeft handvatten om jouw dataverbruik te verminderen.
Op deze website vind je meer achtergrondinformatie over de bouw van de tentoonstelling, de impact van data en tips over wat je zelf kunt doen.
Digitale communicatie en opslag lijken in eerste instantie milieuvriendelijker dan fysieke alternatieven. Toch komt er veel meer bij kijken dan je zou denken. Elk digitaal bestand, of het nu een e-mail, video of document is, moet ergens worden opgeslagen en vaak over grote afstanden worden verzonden.
Dit gebeurt in datacenters en via complexe netwerken die veel energie verbruiken en CO2 uitstoten. Door onze toename in digitaal gebruik zijn de energiebehoeften van deze datacenters exponentieel gegroeid, met een serieuze impact op ons milieu als gevolg.
Volgens verschillende schattingen draagt de ICT-sector (waaronder datacenters, netwerkverkeer, en apparaten) bij aan ongeveer 3-4% van de wereldwijde CO2-uitstoot. Deze uitstoot groeit door de toename van opslagbehoefte, streamingdiensten en de snelle ontwikkeling van Artificial Intelligence (A.I.).
2000 liter CO2 staat gelijk aan 4 kg CO2. Dat is dezelfde uitstoot als wordt veroorzaakt door 600 plastic tasjes, 2000 branduren van een LED-lamp of 18 km rijden met de auto.
Gelukkig kunnen we onze digitale CO2-voetafdruk verkleinen met enkele eenvoudige aanpassingen:
Elke onnodige e-mail die niet wordt opgeslagen of verstuurd, bespaart 2,3 liter CO2.
Elk uur minder videobellen scheelt per persoon 187 liter CO2.
Elk gigabyte minder in de cloud scheelt elk jaar 379 liter CO2.
Neem duurzaamheid mee.
Het berekenen van de impact van data is complex. Daarom lopen schattingen in de literatuur over de precieze CO2-voetafdruk van datagebruik behoorlijk uiteen. Voor onze berekening hebben we verschillende bronnen geraadpleegd en onderzoek gedaan binnen de provincie Noord-Brabant en de Belastingdienst.
Gewicht van 1 liter CO2:
1,98 gram
De impact van data-overdracht (verzenden en versturen):
0,0001482 g CO2 / kB [1]
De impact van data-opslag:
750 gram CO2 / jaar voor 1 GB data [2]
We houden hier rekening met het storage redundancy principe: data wordt op minstens op drie verschillende plekken opgeslagen.
Het gemiddelde mailtje van een medewerker van een ambtenaar:
1178 kB / mail [3]
Het gemiddelde videobelgedrag van de medewerker:
ruim 1 uur per dag [4]
De gemiddelde opslagduur van mails en bestanden:
5 jaar [schatting]
Aantal medewerkers provincie Zuid-Holland:
2500
We gaan uit van een gemiddeld mailtje van een medewerker [3]. We berekenen de totale CO2-uitstoot door de uitstoot van het verzenden (dataoverdracht) en de uitstoot voor het opslaan van de mail op de server bij elkaar op te tellen. We rekenen alleen met de impact van de ontvangen mail, dat de mail mogelijk ook in een ‘verzonden’ mailbox blijft bestaan laten we buiten beschouwing.
We gaan hierbij uit van een bijlage van gemiddeld 10 MB groot die 5 jaar lang opgeslagen wordt op de mailserver. Een bijlage van 10 MB is bijvoorbeeld een presentatie. Medewerkers verzenden gemiddeld 59 mails per week. 18% hiervan bevat een bijlage.
We gaan uit van een teamoverleg van één uur met 14 personen. Door met camera aan te videobellen met een standaard videobelprogramma wordt zo’n 2,5 GB aan data per persoon per uur verstuurd (Obringer et al; 2021). Dit resulteert in 2618 liter CO2-uitstoot.
Het totale stroomverbruik van Nederland is 113 miljard kWh (2023). We gaan er vanuit dat de datacentra 10% van de Nederlandse stroom gebruiken. Dat is 11,3 miljard kWh.
Met een gemiddelde gridmix kom je dan uit op 3,8 miljard kg CO2e per jaar. Dit staat gelijk aan 1,92 biljoen liter CO2e. Dat is 61 duizend liter CO2e per seconde.
Door bestanden online op te slaan wordt 750 gram per GB per jaar aan CO2 uitgestoten.
We gaan hier uit van de gemiddelde mail (waarvan 18% een bijlage bevat). De grootste impact van mail zit niet in het verzenden, maar in het opslaan van de data op de servers. Data wordt in drievoud opgeslagen en ook na het verwijderen nog langer bewaard.
[1] The Sustainable Web Design Model (SWDM) is a model for estimating digital emissions. It is an open-source, multi-year collaboration between Wholegrain Digital, Mightybytes, Footsprint, EcoPing, and the Green Web Foundation.
[2] https://www.digitalcleanupday.org/
[3] Voor het mail- en videobelgedrag van medewerkers van de Rijksoverheid putten we uit de data van onze enquêtes bij de provincie Noord-Brabant en de Belastingdienst. Hierdoor konden we een inschatting maken van het aantal mailtjes en het percentage dat een bijlage bevat. Hieruit bleek dat 18,3% van de mails een (of meerdere) bijlage(s) bevat. We hebben aangenomen dat de totale gemiddelde grootte van de toegevoegde bijlagen 5000 kb is en dat de mails 5 jaar bewaard worden.
[4] Voor het mail- en videobelgedrag putten we uit onze enquêtes binnen de Belastingdienst en de provincie Noord-Brabant. Ambtenaren hebben gemiddeld 1,4 videobelafspraken per dag, waarvan de afspraak gemiddeld 46 minuten duurt. Hierdoor is de gemiddelde videobeltijd per dag iets meer dan een uur.
[5] Obringer, R., Rachunok, B., Maia-Silva, D., Arbabzadeh, M., Nateghi, R., & Madani, K. (2021). The Overlooked Environmental Footprint of Increasing Internet Use. Resources, Conservation and Recycling, 167, 105389. ScienceDirect. https://doi.org/10.1016/j.resconrec.2020.105389
Dit project is ontwikkeld met de Belastingdienst, Pilot Duurzame CAO Rijk, Slijpstof en Startup in Residence.
In het akkoord over de CAO Rijk 2022-2024 hebben werkgever en vakbonden de afspraak gemaakt dat er een aantal pilots worden gestart waarin een stap verder wordt gegaan in de verduurzaming van de arbeidsvoorwaarden en de werkorganisatie. In de 14 experimenten wordt er gewerkt aan 7 thema’s:
Slijpstof is de bedenker en bouwer van deze tentoonstelling. Slijpstof is een ontwerpbureau voor circulaire oplossingen, projecten en producten. Slijpstof denkt groot, maar begint klein. Ze proberen duurzame en circulaire oplossingen tastbaar en concreet te maken. Kijk voor meer informatie op www.slijpstof.nl
Dit project maakte deel uit van het Startup in Residence Intergov (SiR) programma (2024). Dit is een innovatieprogramma waarin overheden samenwerken met startups. Dit programma gaat uit van co-creatie. In het programma van 5 maanden werken ambtenaren samen met startups aan oplossingen voor maatschappelijke vraagstukken.
De tentoonstelling is circulair ontworpen en gebouwd van restmaterialen door Slijpstof. Tijdens het ontwerpen en maken is zoveel mogelijk restmateriaal gebruikt. Daarnaast zijn de elementen zo ontworpen dat delen makkelijk aangepast of vervangen kunnen worden.